Carolin Curtze (Duitsland,1979) studeerde Sportwetenschappen aan de Justus-Liebig Universität in Giessen (Duitsland). Ze was van 2007 tot 2011 als bursaal aangesteld bij de afdeling Revalidatiegeneeskunde. Promoveerde op 7 maart 2012 met onderzoek Neuromechanics of movement in Lower Limb amputees.   De begeleidingscommissie bestond uit de promotoren professor dr. Klaas Postema (Revalidatiegeneeskunde) en professor dr. Bert Otten (Bewegingswetenschappen) en dr. ir. At Hof.

Het College van Decanen besloot de promotie het predikaat cum laude te verlenen. De reden hiervoor was de originaliteit van het onderzoek, de sublieme en gedegen wijze waarop hei onderzoek is uitgevoerd en de uitstekende verdediging van haar proefschrift.
De laatste keer dat een proefschrift binnen de Revalidatiegeneeskunde - RUG het predikaat cum laude kreeg was in 2002 voor het proefschrift Functional outcome after a lower limb amputation van Tanneke Schoppen.


Neuromechanics of movement in Lower Limb amputees  Onderzoek Beenprotheses kunnen beter
Geamputeerden passen hun motoriek aan aan de technische mogelijkheden van hun beenprothese, zo blijkt uit onderzoek van UMCG-promovenda Carolin Curtze. Beenprotheses kunnen verbeterd worden door uit te gaan van de motoriek van de patiënt in plaats van de technologie.

Curtze onderzocht de interactie tussen protheses, patiënten en de omgeving. Met een zelfontwikkeld meetinstrument bracht ze afwikkelprofielen van prothesevoeten in kaart. Ze ontdekte dat de afwikkelprofielen bepalend zijn voor de stabiliteit. Ook schoenen blijken de stabiliteit te beïnvloeden. Hoewel de afwikkelprofielen die van gezonden benaderen, lopen geamputeerden met name niet symmetrisch als gevolg van de beperkte mogelijkheden van de prothese.

De promovenda ontwikkelde een aantal tests om de balansvaardigheid van patiënten met een beenprothese te meten. Ze stelt vast dat geamputeerden in staat zijn de tekortkomingen van de prothese te compenseren. Ook blijken de eigenschappen van de prothese bij te dragen aan de balanshandhaving

Geamputeerden zijn even efficiënt in het herstellen van een dreigende val als gezonde proefpersonen, zo stelt Curtze verder vast. Het maakt daarbij niet uit of ze uitstappen met het prothesebeen of met het gezonde been. Bij het lopen op een oneffen oppervlak vergroten geamputeerden de armzwaai om stabiel te lopen; het stappatroon verandert niet.

Bron: UMCG